Zaterdag en zondag, 14 en 15 september
.jpg)
Na dit droevige verhaal rijden we zuidwaarts naar Obidos. Dit is
een toeristen trekkend geheel ommuurd stadje, dat schilderachtig tegen een berg
is geplakt. We lopen er de hoofdstraat door en keren via hellinkjes en
trappetjes terug naar onze camper. Een wandeling over de gladde stenen van de
stadsmuur vinden we (zonder railing) te griezelig.
Zondag zwerven we verder, nu weer een beetje westwaarts naar
de kaap en vuurtoren van Peniche. Daarna voert de N247 onze vlak langs de kust
naar Ericeira. Ook dit is weer zo’n vissersplaats, die het inmiddels vooral van
de toeristen moet hebben. Vissersbootjes zijn er nog wel, al liggen ze deze
zondagmiddag allemaal netjes op het droge bij de haven geparkeerd.
En verder
gaan we weer, naar Mafra. Daar staat ook al weer zo’n enorm, wat protserig
aandoend koninklijk paleis. Verder dan een blik vanaf het enorme plein ervoor
komen we niet, want Mafra blijkt niet op campers te rekenen.
We kunnen althans
geen goed plaatsje voor ons slakkenhuis vinden. Bovendien is de zondag al ver
om en rest ons ook wel erg weinig tijd om deze kolos te bekijken. We besluiten
Mafra te laten voor wat het is en rijden zo’n 25 kilometer door naar het
zuiden, naar Sintra.
We hebben deze dagen
respectievelijk 52 en 130 kilometer gereden. We vinden een plaatsje voor de
nacht op de camperplaats in Obidos,
vlakbij het aquaduct, op een steenworp afstand van de toegangspoort van
het stadje. In Sintra komen we terecht op de gedoogplaats op de parkeeerplaats
Parque do Porto aan de Azinhaga da Sardinha, op 250 meter van het centrum.
De dagen beginnen
bewolkt, al breekt ’s middags de zon wel door. De temperatuur is gezakt tot 22
tot 25 graden.