26 en 27 september
Vanaf Mertola rijden we donderdag 26 september verder naar
het Noorden, bijna parallel aan de Portugees/Spaanse grens. We zijn hier
letterlijk in het achterland van Portugal, een dunbevolkt en landelijk gebied.
Het landschap golft met ons mee. Het is hier duidelijk al maanden kurkdroog;
het gras – of wat daar van over is – is geel en dor en ook de wijnranken lijken
soms door de droogte aangetast. We zien her en der wat schapen, soms wat
geiten, olijfbomen en wat witte en lichtbruine koeien.
Zo nu en dan wordt het
landschap onderbroken door spierwitte plaatsjes, ooit helemaal ommuurd en/of
bekroond met een kasteel. Zo stoppen we in Serpa en Moura.
Kort daarop doemt – nog steeds noordwaarts
rijdend – tussen al die zinderende
droogte een groot merengebied op. Europa’s grootste kunstmatige meer, minder dan tien jaar geleden ontstaan door de
bouw van een enorme stuwdam in de Guadianarivier.
Het daarna gevormde stuwmeer dient voor irrigatie van het
kurkdroge land, voor de drinkwatervoorziening van omliggende plaatsen en voor
de opwekking van elektriciteit. Portugese autoriteiten hopen er ook op
(water)toerisme maar dat lijkt nog niet erg van de grond te komen.
We komen terecht in het plaatsje Luz, vlakbij het meer. Dat
plaatsje heeft een bijzondere geschiedenis. Precies tien jaar geleden
verhuisden de 350 inwoners van het oude Luz, dat in het stuwmeer is verdwenen,
een paar honderd meter naar het speciaal voor hen gebouwde nieuwe Luz. Kosten
noch moeite zijn gespaard in dit nieuwe plaatsje, zo zien we. Er kwamen nieuwe
huizen, een kerk, een school, een dorpshuis, een sportzaal en zelfs de
begraafplaats werd verhuisd. Het stratenplan is min of meer hetzelfde als in
het oude Luz en vaak hebben mensen hun zelfde buren weer. Kortom, de
beleidsmakers lijken aan alles te hebben gedacht. De bewoners schikken zich, zo
leert een mooi gemaakte, interessante en ontroerende film in het plaatselijke museum. Maar vooral
de ouderen missen hun oude huis, hun manier van leven met een groententuin en
fruitbomen. Het dorp is mooi, maar mist een ziel, zo concluderen ook wij, als
we er door lopen.
De volgende dag rijden we verder naar Mourao en naar het
hoog op een rots liggende sprookjesdorp Monsaraz. Het laatste is een van Portugals mooiste
dorpen, aldus onze gids.
Ons eindddoel van vandaag is het 60 kilometer naar het
westen liggende Evora, een stad die in zijn geheel op de Werelderfgoedlijst van
UNESCO staat. Het regent echter dat het
giet. Te nat voor een wandeltocht door de stad, zo besluiten we. De middag is
daarom voor de was, lezen en wifi.
We overnachten
achtereenvolgens op de camperplaats aan het begin van het dorp Luz en op de
Orbitur-camping, net buiten Evora. We hebben deze twee dagen respectievelijk 135
en 76 kilometer gereden. Het weer is donderdag bewolkt en vrijdag regenachtig.
De temperatuur schommelt rond de 20 graden.